De Raadselachtige dood van Schallenberg


Op woensdagmorgen 14 september 1949 werd een lijk gevonden in een ondiep gedeelte van de vijver aan de Groot Hertoginnelaan in Den Haag. Het bleek het lichaam te zijn van Fritz Schallenberg, een 44-jarige Duitser die al sinds de jaren dertig in Den Haag woonde. Zijn dood zou jarenlang de gemoederen in Nederland bezig houden. “De zaak Schallenberg is de geschiedenis ingegaan als de moord op iemand die teveel wist van kwalijke praktijken, die hooggeplaatste Nederlanders gedurende oorlog hebben uitgevoerd.”

Had hij zelfmoord gepleegd of was hij vermoord? En als hij was vermoord, wie waren de daders en wat was het motief? Waren het ex-illegalen, criminelen, rechtse inlichtingengroepen of waren er verbindingen met politieke figuren uit Den Haag? In de roerige eerste jaren na de bevrijding leek alles mogelijk.
Het onderstaand verhaal over Schallenberg is grotendeels gebaseerd op contemporaine gegevens. Kanttekeningen en vragen bij het verhaal komen later aan bod.


Fritz Schallenberg
Al voordat de lijkschouwing was uitgevoerd concludeerde de Haagse politie en Justitie dat Schallenberg zelfmoord had gepleegd. Wat er in de periode daarna ook gebeurde, welke gegevens en theorieën er ook naar voren werden gebracht, de Haagse politie en Justitie hebben hun mening nooit veranderd. Kritische vragen van de pers over het onderzoek naar de dood van Schallenberg werden terzijde geschoven. Omdat justitie en politie naar de mening van de gezamenlijke pers niet voldoende actie ondernamen, gingen de verschillende kranten zelf op onderzoek uit.

Een vloedgolf van feiten, veronderstellingen en geruchten spoelde over de krantenlezer heen. Sommige kranten zagen relaties tussen de dood van Schallenberg en allerlei zaken die na de oorlog volop in discussie waren, zoals het Englandspiel, de Velser affaire, de zaak Menten en de affaire rond Mr. Visser, de burgemeester van Den Haag.


Dood in dertig centimeter water
De raadselen rond de dood van Schallenberg begonnen al met onduidelijkheid over het tijdstip waarop zijn lijk gevonden zou zijn. De politie zou daarnaast tegenstrijdige mededelingen doen over de plaats waar het lichaam was gevonden. Het leek er zelfs even op dat de dag van de dood niet vaststond. 

Er bestaan twee politieberichten over het vinden van het lijk van Schallenberg. “In het generale rapport van de Haagse politie, dat is het register, waarin alle gebeurtenissen met een blik op de klok worden aangetekend, staat, dat vóór 8 uur ’s morgens het lijk van een man, die later Schallenberg blijkt zijn, in de drie decimeter diepe sloot is gevonden, voorover liggend” Later werd gemeld dat het lijk om half elf is gevonden. Een merkwaardig verhaal is dat van Nico Jongerius, een Utrechtse relatie van Schallenberg, die we later nog uitvoerig tegenkomen. Hij verteld op de ochtend van 14 september, even na kwart over zeven aan zijn procuratiehouder Ad Stuij, die Schallenberg ook goed kende, dat hij (Jongerius) vanochtend was opgebeld met de mededeling dat Schallenberg dood is (op dat moment is het lijk van Schallenberg nog niet gevonden). “Hij is gisteravond om één uur te water geraakt. Zelfmoord. Ze vonden hem vanochtend. Gek. Hij is was gisteravond nog bij me. En hij ging vrij laat weg”. Stuij: “Verdronken. Hij was te bang om zijn teen nat te maken.”. De vrouw van Schallenberg vertelde later ook dat hij een panische angst voor water had. 



De heer Trimbach, compagnon en huisvriend van Schallenberg vertelt dat de politie tot drie keer toe een ander verhaal vertelde over de vindplaats van het lichaam. Op de dag van het gebeuren zeiden de rechercheurs dat het lijk gevonden was in de vijver bij theater Metropole. De volgende dag werd op het politiebureau verteld dat het lijk verder op de Groot Hertoginnelaan, voorbij de Banstraat, gevonden was. Enkele dagen later, na de sectie, zei de politie dat het lichaam aan het zogenaamde Zwartepaadje, achter de eerste huizen van de Groot Hertoginnelaan was gevonden.

De vijver waar het lichaam van Schallenberg werd gevonden
De precieze vindplaats van het lijk is van belang omdat dit licht zou kunnen werpen op wat er in de laatste uren voor de dood van Schallenberg is gebeurd.
“Men nam oorspronkelijk aan dat Schallenberg het zwarte paadje langs de vijver zou zijn afgelopen en zich daarna in het water zou hebben begeven. De plaats waar Schallenberg werd gevonden lag vlak voor een tennisbaan die in 1949 al jaren niet meer gebruikt werd. Daar groeien wilde struiken, zowat manshoog. Over de tennisbaan kan men van het vijvertje de Alexander Gogelweg gemakkelijk gebruiken. Het vreemde van de zaak is dat de politie ieder half uur langs deze vijver patrouilleert. Vlak in de buurt zijn namelijk de legatiegebouwen, die bijzondere bescherming genieten. Het is onbegrijpelijk dat men het lijk van Schallenberg niet eerder heeft ontdekt. Het moet van ver af zichtbaar zijn geweest. De vindplaats is geheel open en te overzien van drie richtingen. Toen het lijk werd gevonden was een tuinman van de gemeente bezig met de plantsoenen langs de Groot Hertoginnelaan . Hij vertelde ons dat de gehele gebeurtenis volkomen aan hem voorbij was gegaan. Hij had er niets van gemerkt. Twee mannen van  gemeentewerken, die nog geen 100 meter verder aan het baggeren waren in hetzelfde water waarin  Schallenberg was gevonden, hadden eveneens niets gezien of gemerkt. Ook niet van het vinden van het lijk. (Deze twee mannen hebben wat later op de ochtend de politie helpen dreggen in de omgeving van de treurwilg. Er werd niets gevonden.)”