De Raadselachtige dood van Schallenberg


Vierde deel
“Intussen hielden Dekker en van Wijk – al dan niet wetend van Kneepkens’ actie – Schallenberg aan diens afspraak, zonder zelf op grond van de fotokopieën de herkomst van de effecten te doen nagaan. Na enige dagen kregen zij de indruk dat de transactie inderdaad zou plaats vinden en wel op 14 september en in de pauselijke internuntiatuur in den Haag.” Zij zouden daarbij aanwezig zijn en de verkopers arresteren. 

De overdracht van de effecten aan Schallenberg zou plaats vinden op neutraal terrein. De Utrechtenaars wilden geen risico’s lopen. Schallenberg koos voor de pauselijke internuntiatuur aan de Carnegielaan 3 in Den Haag. Er zijn geen aanwijzingen gevonden blijkt dat Schallenberg eerdere contacten had met de internuntiatuur. Waarom hij de internuntiatuur koos blijft dan ook een vraag.

“Men beweert dat de internuntiatuur bereid was mede te werken, nadat haar in het vooruitzicht was gesteld dat tien procent van het vermogen voor een liefdadige instelling in Leuven zou worden afgestaan. Tevens ging de internuntiatuur akkoord met het feit, dat de politie bij de verkooptransactie aanwezig zou zijn en in zou grijpen. Dit was de aanbieders van de effecten uiteraard niet bekend. Zij meenden door de verkoop op exterritoriaal terrein te doen plaats vinden, minder gevaar te lopen”.

Enkele dagen later ontkende het hoofd van de internuntiatuur enige betrokkenheid met Schallenberg. Hij bestempelde het verhaal als “rare onzin”.

De nacht van zijn dood
De overdracht van de effecten zou plaatsvinden op de ochtend van 14 september, de dag waarop Schallenberg dood werd aangetroffen. Maar is dat wel juist? Uit sommige berichten lijkt het dat de afspraak laat in de avond van de dertiende  of in de nacht van de dertiende op de veertiende plaats zou vinden.
Afgesproken was dat Ome Ko Schallenberg ’s avonds de 13e  september zou bellen om te laten weten of de transactie door zou gaan. Een bericht in de pers stelt dat de verkopers zich in de loop van de avond van de veertiende september (sic!) aan de Vaticaanse legatie zullen vervoegen, vergezeld van de chauffeur van de Utrechtse ingezetene. Waarschijnlijk wordt hier Jongerius bedoeld. Deze zou Schallenberg opbellen, wanneer de mannen vertrokken. Op dat telefoontje zat Schallenberg te wachten.


“Dinsdagmiddag liet hij een nieuwe achterband op zijn fiets monteren en ’s avonds maakte hij thuis de voorbereidingen voor het tennistoernooi op W.W. van zijn club. Hierbij ontdekte hij dat diverse bekenden niet hadden ingeschreven, waarna hij de opmerking maakte: ‘Die zal ik morgenochtend nog eens even opbellen’” Na deze voorbereidingen “legde Schallenberg nog een kaartje en is toen zijn vrouw gaan ophalen in het Gouden Hoofd aan de Groenmarkt, waar zij aan een bridgedrive deelnam. Daar heeft hij nog een kop chocolade  gedronken, waarna het echtpaar naar huis is gewandeld. Thuisgekomen heeft Schallenberg, samen met zijn vrouw en de heer Trimbach, over koetjes en kalfjes zitten praten.” Het telefoontje waar Schallenberg op wachtte kwam niet. Tegen half één ging hij naar zijn slaapkamer. Hij legde zijn polshorloge af en sloeg het Duitse dekbed open. Hij kon de slaap niet vatten en tegen één uur staat hij op. Zij huisgenoten horen hem stommelen. Hij kleed zich weer aan en verlaat zijn huis aan de Piet Heinstraat  en wandelt in de richting van de Zoutmanstraat. Daar kwam hij ter hoogte van de van Speykstraat twee meisjes tegen van de tennisclub “Jullie zijn ook nog laat aan de boemel!” riep hij opgewekt. Een ander verhaal is dat Schallenberg tegen kwart over een, niet ver van het Métropole-theater een juffrouw, die hij uit sportkringen bekend heeft ontmoet. Met haar voert hij een geanimeerd gesprek; zij kijkt hem nog na, als zij zijn stappen hoort versterven.


En toen verdween hij en van af dat moment zijn zijn gangen onduidelijk.

Over wat er daarna is gebeurd verschenen in de kranten verschillende speculaties. Voor justitie was de zaak duidelijk: Schallenberg liep van zijn huis naar de vijver en verdronk zich. Einde verhaal voor de Haagse justitie en politie.

De volgende mogelijkheden over de gangen van Schallenberg tijdens de nacht, zijn gebaseerd op contemporaine berichten in de pers. De pers wilde van een mogelijke zelfmoord niets weten. 

Een krant laat een Haagse kleermaker later vertellen dat Schallenberg op die avond een telefoongesprek met zijn goede vriend Piet de Waal uit Oudenrijn had afgesproken met de mededeling “Ik kan je nu niet langer te woord staan, want ik sta op het punt naar Dumont te gaan”. Dumont was een van de leiders van een particuliere inlichtingendienst, de SOAN en woonde vijftig meter van de plaats waar de volgende ochtend het lijk van Schallenberg gevonden werd. Een ooggetuige verklaart in de Volkskrant dat hij Schallenberg in de nacht van zijn dood een huis in Den Haag had zien binnengaan, waarin een van de hoofdfiguren (Dumont LW) van de SOAN woonde. Twee en half uur later zag hij Schallenberg in gezelschap van vier personen weer naar buiten komen. Een van hen zou Sweerts zijn geweest, met wie Schallenberg heeft staan praten bij de vijver, vlak bij de plaats waarin de volgende morgen zijn lijk werd gevonden. Sweerts was een in België twee keer ter dood veroordeelde ex-SS-er die aan het einde van de oorlog voor de Britse Counter Intelligence werkte. Hij was chef-du-bureau van Dumont.
Tom Wolf, een van de mensen van SOAN, heeft verschillende keren verklaringen afgelegd over de dood van Schallenberg. Wolf bevond zich op de avond van 13 september in café annex bar Le Petit Bodega, Groot Hertoginnelaan 42b, een trefpunt van verschillende inlichtingendienstmensen, dienst Elsinga, FBI, British Intelligence en Berialieden. Ook Sweerts en Dumont zouden daar die avond zijn geweest. Na sluitingstijd zou Wolf Sweerts en Dumont zijn gevolgd naar Dumonts huis. Even daarna zouden ook Hercules en ene ter Horst bij Dumonts woning zijn gearriveerd. Dumont ontkende dat er die avond een bijeenkomst zou zijn geweest in zijn huis, omdat hij toen in het ziekenhuis aan de Zuidwal lag. Het loog. Hij zou pad de 17de september in het ziekenhuis worden opgenomen. 

Schallenberg hoorde niets uit Utrecht omdat de verkopers van de effecten er lucht van hadden gekregen dat de politie aanwezig zou zijn. Zij kwamen daarom de afspraak niet na. Zij hebben Schallenberg evenwel opgewacht toen hij naar de Vaticaanse legatie ging. Schallenberg zou enkelen van hen hebben herkend. Zij vermoorden Schallenberg om te voorkomen dat de politie verdere aanknopingspunten zou krijgen over de herkomst van de effecten en de personen die ze hadden gestolen. 

Schallenberg had wellicht de effecten al in zijn bezit en kende de koper. Hij zou zijn vermoord om de effecten zonder betaling in bezit te krijgen. 

Schallenberg ging naar de Vaticaanse legatie om de afspraak af te zeggen en op weg daar naar toe of daarna is hem iets overkomen. 

Onbekenden wachtten Schallenberg op omdat men wist dat hij een zakboekje en een portefeuille had waarin hij gegevens bewaarde die schadelijk zouden zijn voor bepaalde personen. Hij is om de portefeuille vermoord.

Geen van deze mogelijkheden zijn zondermeer overtuigend. Nu meer dan zestig jaar na zijn dood is het nog steeds niet duidelijk of Schallenberg zelfmoord heeft gepleegd of dat hij vermoord werd.