De slachting in Hama, Syrië 




Tot 2011 kregen door het Israelisch-Palestijns conflict andere gebeurtenissen in het Midden-Oosten weinig of geen aandacht. Een massamoord door president Hafez Assad van Syrie in 1980, heeft nauwelijks aandacht getrokken, hoewel tienduizenden mensen werden gedood.


In 1970  kwam Hafez Assad door een staatsgreep aan de macht in Syrië. Een jaar later werd hij tot president gekozen. Assad behoorde tot de religieuze groep van Alawieten, die tegelijkertijd etnische groep vormen. De Alawitische religie is een mengeling van christelijke, islamitische, heidense en gnostische elementen. Hun religieuze feesten omvatten Perzische en christelijke feestdagen, zoals Pasen. Ze zouden onder meer geloven  dat vrouwen geen ziel hebben. Zij noemen zichzelf Islamitisch, maar de meerheid van de Islam ontkent dit. De Alawieten werden door d e eeuwen heen sterk vervolgd door de Sunni moslims. Zij vormen in Syrië ruim 13% van de bevolking.
Met Assad als president werd kregen de Alawieten de macht in Syrië in handen. Het leger, maar ook andere militaire en paramilitaire organisaties worden beheerst door de Alawieten.


Met name de extreme Moslim Broederschap in Syrië verzette zich tegen de Alawieten en hun machtspositie. Zij verzetten zich vooral tegen de politieke aspiraties van Assad. Toen Assad in de burgeroorlog in Libanon in 1976 de kant koos van de christelijke maronieten, ontstak de Broederschap in woede en het conflict met Assad verscherpte zich. In 1979 vermoordde de Broederschap 83 Alawitische leger cadetten.  In het kielzog van de islamitische revolutie in Iran braken in 1980 opstanden en rellen uit in verschillende plaatsen in Syrië, waaronder Hama. Een lid van de Moslim Broederschap pleegde op 26 juni een mislukte aanslag op Assad. Het parlement van Syrië maakte vervolgens het lidmaatschap van de Moslim Broederschap een halsmisdaad.

In 1982 brak opnieuw een opstand van de Moslim Broederschap uit in Hama. Assad besloot eens en vooral een einde te maken aan de opstanden van de Moslim Broederschap en stuurde het reguliere leger en verschillende specialiseerde eenheden naar Hama. De stad werd van de buitenwereld afgesloten. Men probeerde eerst de leden van de Moslim broederschap op te pakken, maar dit mislukte omdat grotere delen van de bevolking van de stad de broederschap ondersteunden. Assad besloot daarop zowel de Broederschap als de bevolking te straffen.

Van 2 februari 1982 tot begin maart werd de stad beschoten met artillerie en trokken de regeringseenheden de stad in om mensen te vermoorden. Een derde van de stad werd letterlijk geheel met de grond gelijk gemaakt. Na de beschietingen werden bulldozer ingezet om alles vlak te maken. Tussen de 20.000 en 40.000 mannen, vrouwen en kinderen verloren het leven in de beschietingen en in gerichte acties van de militaire eenheden.
De eenheden die aan de acties hadden deelgenomen werden beloond en hun commandanten kregen promotie. De oppositie van de moslim broederschap was definitief gebroken.
Het gebrek aan aandacht voor deze massamoord komt misschien voort uit de tevredenheid van velen dat de macht van de extremistische moslims was gebroken. Maar leden van het broederschap trokken naar Libanon en sloten zich later aan bij terroristische groeperingen.

 


Hama, Syrië