Zowel wat betreft wat er precies gebeurd is, als de geruchten dat er behalve de Utrechtse connectie ook een Haagse connectie zou bestaan naar de poet van Mucke. Er waren verhalen dat de poet, voordat die in Utrecht te koop werd aangeboden, ook al was aangeboden aan G.J. Dumont, fondsenwerver voor een particuliere inlichtingendienst uit Den Haag. Schallenberg had contacten met personen uit deze groep. Bovendien lijken personen uit deze groep direct in verband te kunnen gebracht met de dood van Schallenberg. De politie besteedde weinig aandacht aan deze groep en dat is nog wel het meest merkwaardige. Waren ze soms bang dat er andere zaken naar boven zouden komen, wanneer deze Haagse connectie aan het daglicht werd blootgesteld? Vragen in de pers waarom sommige mensen uit deze groep niet door de politie werden verhoord, werd tot ieders verbazing door Mr. Versteeg afgedaan met “De pers kan mij niet dwingen bepaalde mensen te doen verhoren”.
Maar eerst de Utrechtse connectie.
Schallenberg had belangstelling voor de effecten. Deed hij voorkomen dat hij de effecten voor zichzelf wilde kopen, of dat hij een tussenpersoon was voor een andere koper? Als dit laatste het geval was, wie was dan de koper? Mensen die Schallenberg kenden konden toch nauwelijks aannemen dat hij zoveel geld had dat hij de poet zelf kon kopen. Of had Schallenberg van begin af aan niet de intentie gehad om te kopen, maar om de verkopers te verlinken aan de politie en daarvoor een beloning te ontvangen? Veel mensen moeten toch geweten hebben dat Schallenberg een tipgever was van de politie. Waarom vertrouwde men hem dan? Kon men niet anders? Zat men met de effecten in de maag?
W.P.B. heeft hem waarschijnlijk overtuigd dat het hier gaat om de poet van Mucke en de te koop zijnde effecten zouden oorspronkelijk eigendom zijn van rooms-katholieke instellingen in Duitsland, die Mucke zou wederrechtelijk had toegeëigend. Schallenberg vraagt een aantal effecten om die op echtheid te controleren. Dit doet hij op 11 september en hij schijnt tevreden te zijn. Daarvoor stond hij in de serre van zijn huis met twee aandelen in de hand en zei tegen zijn vrouw : “Als deze zaak doorgaat, zit er voor mij ook wel wat aan vast. Als het mij tenminste lukt de aandelen die nu nog ‘ondergronds’ zitten, naar boven te brengen. Wel moet ik de aanbreng provisie van tien procent met anderen delen” De aandelen waren een Nederlands en een Amerikaans stuk.
Schallenberg neemt contact op met de rijksrechercheurs uit Utrecht Dekker en Van Wijk.
De commissie Schöffer stelt dat Schallenberg niet eerst monsters van de effecten op vroeg, maar direct contact opname met Dekker en Van Wijk. Deze zouden hem hebben geadviseerd “het contact met W.P.B. warm te houden en monsters van de zwarte effecten van W.P.B. te vragen en zo langs die opengehouden lijn te trachten de hele poet binnen te halen. Op 5 september had Schallenberg een monster van zeven effecten aan Dekker ter fotokopiëring uitgeleend en teruggekregen en gezegd spoedig de gehele poet van W.P.B. te zullen krijgen bij een daartoe te arrangeren ontmoeting in Den Haag...” De P.G. Versteeg uit Den Haag beschuldigde Dekker en Van Wijk er later van dat zij de echtheid van de effecten niet hebben gecontroleerd. De dagbladen trouw, HVV en de Telegraaf berichtten echter dat de bewuste effecten in handen van de politie zijn geweest, die er voor alle zekerheid foto’s van liet maken, en dat zowel effecten als foto’s ‘op onverklaarbare wijze’ weer zoek zijn geraakt. Dit is dus een afwijkende lezing dan die van de commissie Schöffer die verder stelt dat Schallenberg “..inmiddels de monsters aan W.P.B. (had) teruggegeven, die, althans volgens latere getuigenverklaringen van enige betrokkenen, tot verontwaardiging van zijn eigen’leverancier’ een zekere v.d. B, hoorde, dat deze zich uit alles terug wilde trekken en daarom de betreffende zeven effecten terugvroeg. Hoe het daarna precies liep is niet geheel duidelijk, vervolgt de commissie Schöffer, maar het lijkt erop “dat W.P.B., uit depit tegenover v.d. B, de substituut-officier Kneepkens inlichtte en deze op zijn beurt, al dan niet wetend van de afspraken tussen Dekker, van Wijk en Schallenberg, het zekere voor het onzekere nam en op 12 september in een Utrechts café v.d. B., nadat deze de effecten van W.P.B. had teruggekregen, liet arresteren.” De zeven effecten werden op v.d. B. gevonden. “Zij bleken inderdaad uit de bezettingstijd afkomstig te zijn en de vroegere eigenaars konden worden opgespoord. Maar van een verband met Muckes vermogen of van Duits kloosterlijke herkomst, zoals W.P.B. had beweerd, bleek niets.”